De dikke rook gaat eindelijk liggen en het oerbos ontwaakt. Wat hoor ik? vraagt Lotte. Het komt uit het bos, zegt Kristof Sterrenstof. Kom, we gaan dichterbij. Voorzichtig schuiven ze wat takjes en bladeren opzij. Wauw, allemaal kleine, dansende diertjes. Ze hebben zoveel plezier en springen in het rond. Dit ziet er hier een leuk feest uit, zegt Kristof Sterrenstof. Kom, we dansen met hen mee. Wij, zegt het diertje met de langste tong, zijn buitenbeentjes of rare snuiters. Wij zijn de enige diertjes die nog over zijn, nu de dino’s weg zijn.
Na wat dansen wil Kristof Sterrenstof even uitrusten op een kromme tak. Niet doen! gilt iemand. Een diertje zo bol als een bal en met een lange neus rolt opzij en Kristof Sterrenstof schiet de lucht in. Oeps, we moeten hem gaan zoeken, roept Lotte. Wie gaat er mee? Alle dieren steken hun pootje op. Lotte kijkt rond en ze duidt drie diertjes aan. Wie ben jij? vraagt Lotte aan een diertje met een lange nek. Ik kan diep in putten kijken, zegt ze, maar daar groeit weinig eten. En ik heb altijd zo’n reuzehonger!
Ze vinden me raar, zegt een knaagdiertje met vier hele, hele grote tanden, omdat ik alles stuk bijt. Het derde diertje is een vrolijk vogeltje met een scherpe bek. Het kwettert wat, maar Lotte begrijpt er niets van. Het eerste diertje helpt me wel, denkt Lotte. Als ik langs zijn lange nek in die boom daar naar boven klim, dan kan ik heel ver kijken. Hop, daar gaan ze! Al snel voelt het diertje blaadjes aan zijn neus kriebelen. Groeien die hier ook? Mmmm, lekker! Lotte knijpt haar ogen samen en ze tuurt in de verte. Daar! Daar schittert iets. Eropaf!
Lotte en de drie rare snuiters lopen naar het licht toe. Het tweede diertje smult ondertussen van de blaadjes in de bomen. Ik vind je tanden best mooi, zegt Lotte. Echt waar? vraagt het knaagdiertje blozend. Plots staan ze voor een wilde rivier. Hier raken we nooit over, zucht Lotte, wat nu gedaan? Zenuwachtig begint het knaagdiertje aan een boom te knagen. Sneller en sneller en dan … KRAK! De boomstam valt over de rivier. Ja, roept Lotte, nu hebben we een brug! We kunnen oversteken.
Ik vind mijn lange nek wel leuk, zegt het eerste diertje. Mijn tanden zijn best nuttig, vindt het tweede. Het vogeltje kwettert luid, maar als enige klinkt hij nog een beetje verdrietig. Daar, roept Lotte, kijk daar in die boom! Kristof Sterrenstof hangt er te bengelen. Jullie hebben me gevonden! roept Kristof Sterrenstof. Ik zit vast tussen de takken … Hoe maken we je los? vraagt Lotte. En dan – SNAP – het gekke vogeltje bijt de takjes door met zijn bek.
Kristof Sterrenstof is weer vrij! Alle diertjes glunderen van trots. Het vogeltje fladdert blij op en neer. Jullie lijken alle drie wat anders, zegt Lotte, maar ieder van jullie kon net daarom wat bijzonders. Buitenbeentjes zorgen dus voor verandering. Wat goed werkt in de natuur, dat blijft bestaan. Door anders te zijn, weet Kristof Sterrenstof, kunnen jullie andere, gekkere en leukere dingen doen! Weet je wat, vraagt het knaagdier, we leren dit later aan onze kindjes en zij aan hun kinderen.